‘She lives in the shadow of a lonely girl
Voice so quiet you don’t hear a word
Always talking but she can’t be heard
You can see it there if you catch her eye
I know she’s brave but it’s trapped inside
Scared to talk but she don’t know why’
Little Mix – Little Me
Rauwe pijn. Kun je ernaar kijken? Durf je alles dat pijn doet te zien? Te voelen? In mij opende zich in de rust van de quarantainetijd een diepe, etterende wond. Al mediterend, dansend, zingend, schrijvend en voelend, spiraalde ik neerwaarts naar de plek waar zich demonen bevonden waarvan ik wist dat ik ze recht in de bek moest aankijken voordat ik verder kon. Voordat de Jankfabriek kan worden wat ik er al enkele jaren mee voor ogen heb.
Oké, voordat je verder leest een paar dingen: het is een heftige longread. Zowel op inhoud als op woordgebruik. Het kan gevoelens en emoties bij je triggeren waarvan je je nu nog niet bewust bent. Maar ik moet dit verhaal delen. Hoe lang het ook is. Want dit is de belangrijkste uitkomst van een puzzel die ik bijna twintig jaar heb geprobeerd op te lossen. Het resultaat van jarenlang angsten, waanbeelden en paranoïde gedachtes uit mijn psychose uitpluizen. Het is het eerste resultaat van de research voor mijn psychotische podcast en waarom het me tot nu toe nog niet is gelukt om de eerste aflevering te realiseren. De reden waarom ik voortdurend contacten aanga waar ik leeggezogen of gedesillusioneerd uitstapte. En waarom ik als moeder altijd het gevoel heb dat ik tekort schiet en me vaker niet, dan wel verbonden voel met mijn kinderen. Ondanks dat ik zelf in een ondersteunende en relatief liefdevolle omgeving opgroeide.
Mijn zoektocht ziet er
voor de buitenwereld
obsessief en vermoeiend uit
Het is een zoektocht die voor de buitenwereld wellicht vermoeiend, obsessief en vast en zeker onbegrijpelijk is, maar ik wist dat ik op de juiste weg zat. Altijd intuïtief luisterend naar wat er op mijn pad kwam. En zo knoopte ik in quarantainetijd de losse eindjes van fysieke en mentale pijn aan elkaar die me eindelijk het gevoel gaven dat ik uit ben gekomen waar ik zo lang naar zocht: thuis. Bij mezelf. Maar ook weer in een staat van psychose. Omdat de diepte die ik tegenkwam zo heftig, zo akelig en zo onvoorstelbaar is, dat mijn ziel het liefst wilde dissociëren van dit aardse bestaan. Van de hel die we op aarde hebben gecreëerd. Wat die is er. Overal. De hel op het vlak van seksualiteit, voortplanting, misbruik, incest, farmaceutische industrie, kerkelijke en spirituele instituten, medische wetenschap, financiële grootmachten en hoe die zich in mijzelf en in de wereld om mij heen manifesteert. Zonder dit te delen kan ik niet verder. Zonder dit te delen blijf ik hangen in de eeuwige loop van mijn zoektocht en dat moet stoppen. Want ik wil hier leven. In plaats van in een eindeloze quest. En vooral wil ik op de Jankfabriek beginnen met het delen van behapbare brokken tekst, in plaats van eindeloze hersenspinsels waar ik mee blijf worstelen.
Er ontbreken nog steeds enkele stukjes die op zijn plek moeten vallen. Of waarvan ik ervoor kies om die (nog) niet te delen. Bovendien is het een kip-ei-verhaal: waar begint en waar eindigt de multidimensionale puzzel van het mens-zijn? Het gaat eindeloos door, zowel op individueel als op collectief niveau. The circle of life. Altijd al associeerde ik erop los, of ik het leven nou vanuit een psychotische staat van zijn, of een realistische staat van zijn bekijk. Eerlijk gezegd vraag ik me inmiddels af welke staat van zijn psychotisch is: de illusie van de realiteit die ons wordt voorgespiegeld of de weidsheid van kennis, wijsheid en informatie die in ons lichaam en de geest ligt opgeslagen en tijdens een psychose ter beschikking kan komen. Dit verhaal gaat daarom ook alle kanten op. Ik associeer erop los. Want dat is hoe mijn oneindige brein werkt. In de ruimte van de oneindigheid beland ik vanuit rust en stilte op plekken die me inzicht geven. Plekken waar ik kennis, wijsheid, weten en intuïtie met elkaar kan verbinden. De waarheid kan zien. Voelen. Maar goed, ‘dat is een heel ander verhaal en moet maar een andere keer maar eens verteld worden’. ***
Wil je dat ik alvast een tipje van de sluier van die waarheid oplicht? Check dan even de trailer van de documentaire CRAZYWISE hieronder. De naamgever van het congres waar ik op 12 november een workshop mag geven.
Klaar om verder te lezen?
Daar gaan we.
Een tijdje terug deelde ik op Facebook een filmpje waarin ik dansend op muziek liet zien hoeveel verdriet en oerkracht stembevrijding kan losmaken. Hoe heftig dat is. En hoe het ook weer oplost. Als een storm die vanuit het niets opsteekt, om vervolgens onaangekondigd weer te gaan liggen. Hoe je als mens een kanaal kan zijn om die storm door je heen te laten razen, zonder dat het je overspoelt, maar in staat bent om, als de storm als vanzelf weer gaat liggen, uit te komen bij een diepere ontspanning, stilte en verbinding die je ooit van tevoren hebt kunnen voelen. Eigenlijk net zoals een psychose zich manifesteert. Het enige probleem is dat we niet leren om ermee om te gaan. Dat we in een instelling worden geplaatst, of gedempt met medicatie, in plaats van in een liefdevolle omgeving die we nodig hebben om de shitload aan aardse verdoemenis te kanaliseren die door ons heen raast.
Ik uitte met stembevrijding mijn chronische heimwee
Stembevrijding leerde me te kanaliseren. En juist in combinatie met fysieke beweging, dans, lukt het me om ruimte te geven aan wat er te voelen is in mijn lijf. In plaats van in de angst of de bevriezing te schieten. In het filmpje dat ik deelde werd ik geraakt door Eefje de Vissers Ongeveer, waarin ze zingt dat ze naar het zuiden rijdt. Het herinnerde me aan de plek waar ik ben opgegroeid, Limburg. Sittard is het bijzondere gat waar mijn familie woont en waar ik altijd chronisch heimwee naar heb. Zeker in de quarantainetijd. Tegelijkertijd wilde ik er al jong weg. Met mijn ouders woonde ik een paar jaar in Aalst, een dorpje onder Eindhoven, middenin de Kemper Vennen, waaraan ik mijn meest serene jeugdherinneringen ontleen. Toch verhuisden we weer terug naar Sittard, en hield ik de rest van mijn jeugd de drang om naar het noorden te reizen. Journalistiek wilde ik niet in Tilburg studeren, maar in Utrecht. Koste wat kost. Telkens deden zich momenten voor waarop ik kon of de drang voelde om terug te verhuizen, maar ik deed het niet. Ik bleef waar ik was. Mijn gevoel volgend dat ik in Limburg niet (meer) moest zijn.
Op het nummer van Eefje de Visser danste ik dat verhaal eruit. Samen met de gevoelens die ik ervoer voor een voorzichtig ontluikende nieuwe liefde in mijn leven. Het filmpje leverde positieve, maar ook negatieve reacties op (voor zover ik wil spreken in termen van ‘positief’ en ‘negatief’). Maar ook heel veel stilte. De niet-reageerders. Vaak degenen die wel van alles vinden, maar het niet uitspreken. Zoals ik ook ooit van alles vond. Maar ik vind niet meer zoveel. Sinds ik zelf zo hard onderuit ging dat ik kon voelen, zien en ervaren dat iedereen in deze maatschappij in de goot kan belanden. Alles verliezen wat je dierbaar is. Omdat we zoveel vinden. Oordelen en meningen denken, projecteren en uiten die ik wel voel. In mijn hele zijn. In plaats van durven te luisteren naar elkaar. Vragen te stellen.
Sinds ik zelf keihard onderuit ging
vind ik niet meer zoveel
Iedereen kan in de goot belanden
En dan heb ik ook nog eens kinderen. Dat doe je toch niet als moeder? Wat betekent dat voor hun als hun moeder zulke dingen doet en zegt op internet? Maar kan iemand mij uitleggen waarom Jennifer Lopez, Beyoncé, Madonna (yep, ook moeders…) en zo nog van allerlei bekende namen wel hun hele lichaam, ziel en zaligheid via allerlei kanalen letterlijk en figuurlijk mogen blootstellen, iedereen ze adoreert, ze daar tyfusveel geld mee verdienen en de gemiddelde schoolpleinmoeder schuin wordt aangekeken als ze haar bek opentrekt over de dingen die iedereen denkt maar niet hardop zegt en met kleren aan een emotioneel getint filmpje online gooit? Nee, laat je vooral niet gaan als gemiddelde burgervrouw. Blijf binnen het gareel lopen, anders gaat het mis…
https://www.youtube.com/watch?v=RxWgnPK-0Bg
Ik zou eens normaal moeten doen
Ik voel aan allerlei kanten dat mensen vinden dat ik me niet zo zou moeten uiten. Dat ze me willen muten, zo voelt het. Dat ik normaal moet doen. ‘Dan doe ik immers al gek genoeg’. Dat ik al die nare onderwerpen moet laten liggen. Door moet gaan. Kiezen voor licht in plaats van duisternis. Maar wat nou als de duisternis me blijft opslokken als ik de waarheid erover niet deel? Als de wereld de waarheid niet wil zien en blootstellen? Dat het pas echt goed kan gaan met mij en al die andere zogenaamd ‘psychisch kwetsbare’ mensen die hun hele leven lang buitenspel worden gezet, totdat de beerput over de ggz, de kerk en andere grootmachten echt wordt opengetrokken? Dat ik dan niet meer degene ben die telkens de vraag krijgt ‘of het wel goed met me gaat’. Dat niet ik degene ben die niet spoort, maar de instanties, de mensen, die zoveel traumatiserende ervaringen hebben veroorzaakt, van oorlogen tot mensenhandel, tot genocide, moordpartijen, aanslagen tot zedendelicten en ga zo nog maar even door. Want hoe kan het toch dat ik het gevoel heb dat ik over al die dingen niet mag praten, terwijl mijn hele tijdlijn er de afgelopen maanden van volloopt?
Tja. Ik heb erover nagedacht. Heel lang. Te lang. Maanden lag dit stuk weer te liggen. Ik durfde het niet te posten. Om al die redenen. Om verguisd te worden. Niet alleen ikzelf, maar ook mijn kinderen. Gevolg: een psychotische staat van zijn. Met als gevolg dat er weer óver mij werd besloten en gepraat in plaats van mét mij. Waardoor ik weer als ‘van hout’ werd gezien. Een onbereikbare ziel die als een kind behandeld moest worden. Waardoor mijn grootste angst weer wordt aangeraakt: (gedwongen) opgenomen worden in een instelling, platgespoten worden en dan mijn kinderen amper nog zien. Terwijl ik weet dat wanneer ik in een rustige staat van zijn alle heftige beelden door me heen laat komen, met mensen die van me houden, hun eigen shit (lees: ego) thuis kunnen laten en me vooral laten zitten waar ik zit, dat er niks aan de hand is. Dat ik gewoon eindeloos zit te filosoferen over de storm die door me heen raarst met de mensen die ernaar kunnen luisteren. Zonder oordeel. Zonder angst. En dat er tussen het filosoferen door prachtige diepe wijsheid naar boven komt die in feite voor iedereen beschikbaar is. Als we maar luisteren. Naar onszelf. Dan hoef ik en al die andere mensen die door psychoses heen gaan het tenminste niet allemaal alleen te voelen. Maar vooral: als ik gewoon de wereld in breng wat ik de wereld in te brengen heb, dan raak ik helemaal niet meer zo heftig van het padje. Dan ontstaat er van binnen en van buiten balans.
Waarom kijken we weg van pijn?
Maar goed, ik dwaal af. Het filmpje. Dansen. Geluid maken. Voelen. Pijn lijden. Onze afkeer van pijn. Dit verhaal gaat grotendeels over de reacties van afkeer. Ongemak. Van niet naar de pijn willen kijken. Begrijpelijk ook. We hebben geleerd om weg te draaien van pijn. Zowel die van onszelf als die van de ander. Met mijn filmpjes wil ik laten zien wat stembevrijding aan emoties kan losmaken. Omdat ik altijd vragen krijg over wat het dan precies is, stembevrijding. En ik dan nooit precies weet wat voor antwoord ik moet geven. Ik wil mensen niet afschrikken. En dus blijf ik vaag. Maar dat wil ik niet meer. Ik wil er niet meer omheen draaien. Ik wil de dingen benoemen voor wat ze zijn. Als ik daarmee mensen afstoot, so be it. Stembevrijding laat je uiting geven aan ervaringen en herinneringen die zo heftig zijn dat woorden tekort schieten. Dat woorden niet genoeg zijn om uiting te geven aan hoe de pijn dwars door je lichaam en ziel heen snijdt. Maar dat de stem en het lichaam dat wel kunnen. Door alleen maar te klinken. Niets meer en niets minder. Om er vervolgens toe te leiden dat je in staat bent om van die pijn mooie dingen te maken.
Ik wil laten zien wat stembevrijding is.
Ook al schrikt het mensen af
Afgelopen jaar keek ik met mijn vader naar de opname van de uitvaart van mijn moeder. In een interview voor de psychotische podcast gaf hij aan dat ik tijdens de speech die ik voor haar gaf eigenlijk al tekenen van een psychose vertoonde. En dus leek het me voor de research van de podcast goed om daar eens samen met hem naar te kijken. Ik zag een vrouw die emotioneel was. Met op de achtergrond een huilende zuigeling, mijn dochter. Ik zag hoe de realiteit bij me indaalde. De bittere realiteit dat mijn moeder echt dood was. En hoe ik daar, intuïtief woorden aan gaf. Voor sommigen was het misschien een onsamenhangend geheel, anderen konden horen dat mijn boodschap recht uit het hart kwam. Mijn vader – die zelf een journalistieke achtergrond heeft – had liever gehad dat ik iets had opgeschreven. Een verhaal met een kop en een staart. Een opbouw. Met een uitsmijter waardoor iedereen in de zaal met een goed gevoel naar huis zou gaan.
Maar er was eigenlijk niks om me goed over te voelen. Ik was oververmoeid van het voeden, waken aan het sterfbed van mijn moeder en van het heen en weer reizen tussen Amersfoort en Sittard terwijl ik eigenlijk nog een kraamvrouw was. Dat was wat ik zag: een oververmoeide, in het hart geraakte kraamvrouw, die met het allerlaatste wat ze in zich had nog een afscheidswoord sprak over de vrouw die haar had opgevoed. Dorothé. Doortje. 54 jaar was ze. De vrouw die me had geleerd om te zijn wie ik ben. Wat anderen er ook van dachten. De vrouw die (meestal) schijt had aan alles en iedereen. En altijd deed waar ze zelf zin in had. De vrouw die nog steeds door onwijs veel mensen wordt gemist. Over wie iedereen altijd tegen me begint te praten als ik in Sittard kom. Over hoe bijzonder ze was. Zo recht door zee. Authentiek. Puur. Het enige wat ze niet kon was emoties delen. Huilen. Verbinden op gevoelsniveau. Waardoor er altijd een schild tussen haar en mij in stond. Waardoor ze me niet wilde laten gaan toen ik na dagen waken aan haar sterfbed zei dat ik naar huis wilde. Dat ik naar huis moest, omdat ik het niet meer volhield. Ze draaide haar hoofd van me weg en huilde. Gaf eigenlijk geen toestemming. Die nacht overleed ze. Met veel pijn. Ondanks de liters morfine waarmee ze al dagen was gedrogeerd.
‘Mijn moeder leerde me te zijn wie ik ben.
Wat anderen er ook van denken’
Sindsdien wil ik pijn aankijken. Verbinden. Samen huilen. Samen janken. Wil ik de cirkel doorbreken van alles wat met de mantel der liefde is bedekt. Want geloof me, dat is teveel om op te noemen. Het is zoveel dat ik niet weet waar ik moet beginnen. Maar ik ga beginnen. Ik ga stoppen met zwijgen. Over dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. Ik kan ook niet anders. Als ik wil dat de episodes van psychose verdwijnen, of in ieder geval in duisternis afnemen, dan zal ik moeten spreken. Dan zal ik moeten zeggen wat ik allemaal zie en voel. Niet per se door de dingen die ik zie en voel letterlijk te benoemen, maar wel door de mensen die ze ook voelen en zien te verbinden met hun pijn, hun liefde en daarmee hun vrijheid en hun kracht. En stapje voor stapje de oorzaken aan het licht brengen. Hun waarheid te erkennen.
‘De ultieme kutvraag:
heb je het al
een plek gegeven?’
‘Heb je het al een plek kunnen geven?’ Iedereen die een keer een dierbare heeft verloren, of op een andere manier rouw heeft ervaren, vindt dit een ontiegelijke kutvraag. Het een plek geven?? Het is verdomme OVERAL! De confrontatie met de pijn is overal! Hoe dan moet ik het een plek geven? Waar dan??
En toch doen we het. We verstoppen allerlei pijn, afgesloten in hokjes binnen in onszelf. In een vacuüm verpakking die alleen nog met een scherp voorwerp kan worden opengemaakt. Zoals de pijn van iemand anders. Wie zijn eigen pijn heeft weggestopt en daarmee wordt geconfronteerd, denkt dat hij de pijn van de ander voelt, maar in werkelijkheid is het die van hemzelf. De in de duisternis verstopte pijn van de aanschouwer.
Naar de psycholoog via de ‘laatste woorden’ van mijn ex
De eerste keer dat ik vanwege pijn bij een psycholoog belandde was ik 23. Mijn eerste lange relatie die ik vanaf mijn 18de had, was ruim een half jaar voorbij en mijn ex vond het nodig om me een trap na te geven door me een mail te sturen waarin hij trots vertelde welke vrouwen hij ten tijde van onze relatie allemaal had ‘geneukt’. Buiten alle keren die ik zelf al had ontdekt of die me verteld waren door gelukkig één mede-student die haar bek opentrok in plaats van iedereen die stilzwijgend toekeek – ik weet niet meer hoe ze heette, maar aho sister, met terugwerkende kracht. Er was gelukkig één persoon die ik niet eens zo goed kende, maar besloot mét mij te praten in plaats van óver mij.
Hoe dan ook, mijn ex vervolgde zijn relaas met wat voor een manipulatieve huilebalk hij mij vond, hoe knettergek mijn moeder was, dat ik goed kon neuken, maar van pijpen niks bakte en hij graag een keer ‘zijn lans’ in mijn tante had willen steken. O ja, en het filmpje dat we een keer hadden gemaakt tijdens de sex – toen nog in het pre-smartphonetijdperk – had hij aan al zijn vrienden laten zien en op internet geslingerd. Ik ben misschien wel een van de eerste geslutshamede vrouwen van het nieuwe millennium zonder dat ik het zelf weet, want ik heb het nooit opgezocht. Of er iets van me rondzwerft op het internet. Al fakking 20 jaar als het echt zo is. En de kans groot is dat heel Nederland het heeft gezien als dat inderdaad het geval is. Dan heb ik het nog niet over de momenten dat ik misschien wel gefilmd ben zonder dat ik het weet. Dat er camera’s, webcams hebben gelopen op momenten dat ik dacht dat ik intiem was met iemand, maar in feite de hele wereld mee kon kijken. En sinds ik dat gevoel toelaat, kan ik wel zeggen dat ik me voel als Patricia Paay. Dat ik het liefste dood wil.
‘Ik was een slecht pijpende huilebalk,
maar kon wel goed neuken’
Van wie het mailtje kwam weet ik niet. Of het van hem was, weet ik ook niet. Wat ik wel weet was de aanleiding. Ik had hem gevraagd of hij een paar geleende boeken wilde opsturen, maar hij wilde ze alleen teruggeven als ik wilde afspreken. Dat ik daar om vroeg en niet eens om het gewraakte filmpje, spreekt ‘boek’delen over mijn struisvogelpolitiekmechanisme… Hoe dan ook, op zijn vraag om af te spreken zei ik ‘nee’. En toen kwam de mail met de titel ‘mijn laatste woorden’, die eindigde met dat hij samen met zijn ouders de geleende boeken had verbrand, samen voldaan kijkend naar het knapperende haardvuur waarin hij mij ritueel verbrandde. Ik las de mail een paar keer. In shock. Ik weet nog precies in welk computerlokaal van de School voor Journalistiek ik zat toen de mail binnenkwam. Het was alsof ik in een vacuüm terechtkwam en de wereld om me heen verdween. Thuis liet ik het verhaal aan één vriendin lezen die mij altijd, in welke situatie dan ook, aan het lachen krijgt. ‘Wat schrijft hij nou hier?? Noemt hij zijn piemel zijn ‘lans’…??’ We schaterden het uit. Daarna wiste ik de mail. Dat ik de woorden en de boodschap nu, bijna twintig jaar later, nog steeds zo helder kan formuleren, zegt genoeg over de impact die zijn woorden op me hadden. Of alles wat hij schreef nou waar was of niet.
‘Mijn boeken verbrandde hij
voldaan in een haardvuur’
Een paar maanden later moest ik afstuderen. Ik zakte. Niemand begreep het. Hoe kan Anouk nou zakken? Het meisje dat altijd alles af had, alle vakken haalde, ook nog wat huiswerk voor haar ex-vriendje deed, hem hielp met de dingen die niet lukten… Ik schreef over een aantal onderwerpen waar ik in een ander blog nog eens op zal ingaan. Maar één thema wil ik hier al aansnijden: ik vergeleek twee Vlaamse kranten met hoe ze verslaggeving deden over de zaak-Dutroux. En concludeerde in mijn visie, mijn betoog (a.k.a.: MIJN MENING), dat als eindstuk diende, dat een van de twee kranten gekleurder over de zaak schreef dan de andere. Minder objectief. De journalist van de betreffende krant die ik had geïnterviewd stuurde mij na het lezen van het eindresultaat (dat nergens gepubliceerd zou worden) een mail dat ik het journalistieke vak niet waardig was en dat hij er alles aan zou doen om te zorgen dat ik geen carrière zou krijgen. Hij zou me kapot maken.
Ik stopte de beschuldigingen weg, samen met al mijn talenten
Nooit heb ik op de mails gereageerd. Ik was door allebei flabbergasted. Bevroren. Geen enkele reactie voelde alsof ik iets kon veranderen aan hoe deze mannen mij allebei in mijn ziel hadden geraakt. Recht in mijn hart. ‘Sometimes the greatest way to say something, is to say noting at all.’ Maar niks zeggen is ook blijven zitten met de oorlog in jezelf. In plaats van de vrede van binnen en van buiten uitstralen. Iets met van je hart een moordkuil maken. Iets met een psychose over jezelf afroepen. De journalist negeerde ik het meest. Pas een paar weken geleden kwam de betreffende mail weer in me op. Nadat ik wederom een psychotische episode doormaakte waarin gevoelens van incest, kinder- en machtsmisbruik de boventoon voerden.
‘Ik maakte van mijn hart
een moordkuil’
Niet vreemd, als ik kijk naar alle zogenoemde complottheorieën die de afgelopen maanden de ronde gaan. Theorieën waardoor ik me vijftien jaar na dato ineens afvraag: waarom werd deze man zo ontzettend kwaad over de mening die ik deelde? Waarom wilde hij mijn loopbaan verwoesten nog voordat ik was begonnen? Is het niet zo dat mensen alleen onwijs kwaad worden van bepaalde beschuldigingen als er een kern van waarheid in zit? Waar rook is, is vuur? Dat principe. In hoeverre had ik misschien iets opgeschreven dat iets blootlegde dat helemaal niet aan het licht mocht komen? In hoeverre had de betreffende krant, in die tijd, banden met Dutroux, met een netwerk van kindermisbruikers…? Of draaf ik door en was het enkel een gigantisch groot ego waar ik op stuitte, waar ik als piepjonge naïeve vrouw tegenaan had geschopt?
Ik heb geen idee waar ik moet beginnen
Ik had de mail nooit weggegooid, realiseerde ik me ineens. Maar ik kan hem nergens meer vinden. Ik ben er sinds kort achter dat al mijn devices al maanden geleden zijn gehackt, eerder al zijn instagram-accounts van Gorgeous Grey via mijn #silversister Marcella Veldhuis-Andringa gehackt, van documenten uit mijn Dropbox zijn verdwenen (inclusief foto’s van mijn kinderen), mijn Apple ID niet meer klopt en ik durf geen aangifte te doen omdat ik niet mijn hele hebben en houwen wil prijsgeven. Omdat ik bang ben voor de slangenkuil waarin ik terecht kom. Steeds meer hoor ik mijn moeder die altijd zei: toeval bestaat niet, maar ik heb geen idee waar ik moet beginnen zodra ik een politiebureau binnenstap. Wie ik wel en niet kan vertrouwen. En daarom kies ik ervoor om het gewoon helemaal open te gooien. Tegen alle adviezen in gooi ik het in de openbaarheid. In de hoop dat dan de juiste mensen het lezen die me wel met de juiste intenties willen helpen.
Oké, dat even als hulpkreetintermezzo tussendoor.
Kun je me nog volgen?
Vind je mijn relaas psychotisch?
Denk je dat ik een verwarde vrouw ben en dat ik hulp nodig heb?
Of durf je de waarheid aan te kijken?
Of in ieder geval mee te gaan in de kritische vragen die ik stel om de waarheid boven tafel te krijgen?
Verder met de mail van mijn ex, die ik ook vijftien jaar geleden ontving. Ergens in het eerste kwartaal van 2005. Hem gunde ik niet het plezier van te tonen hoe ik me tot op het bot vernederd voelde in mijn vrouwelijke kwetsbaarheid én kracht. En hoe ik altijd bang bleef dat het sexfilmpje nog een keer in de openbaarheid zou komen. Maar het was niet het filmpje waar ik bang voor bleef. Het waren de opmerkingen over mijn moeder en mijn tante die ik ten diepste wegstopte. De vrouwen die me nog maar net hadden laten uitvliegen. De vrouwen die samen met mijn oma tot dan toe de belangrijkste rol in mijn leven hadden gespeeld. Die me hadden opgevoed, grootgebracht.
Niemand vertelde ik wat mijn ex over de vrouwen in mijn leven schreef
Nooit vertelde ik buiten die ene vriendin iemand, wat hij allemaal over hun schreef. Ik hield het verborgen in mijzelf, samen met al mijn talenten die ik van deze vrouwen had gekregen, waarmee ik mezelf zichtbaar maakte. Van schrijven, tot zingen, tot dansen en tekenen. Maar bovenal stelde ik mijn intelligentie zwaar naar beneden bij. Mijn vermogen om boven alles en iedereen uit te stijgen met de combinatie van talenten die ik had gekregen hield ik opgesloten in mijn eigen, persoonlijke isoleercel. Ik verstopte dat wat mij bestaansrecht gaf, dat wat iedereen die mij had opgevoed aan bestaansrecht had gegeven – mijn kracht en mijn kwetsbaarheid – op een donkere plek in mijn lichaam waar niemand kon komen. Samen met het filmpje en zijn manipulatieve ‘laatste woorden’. Het was de druppel die de emmer deed overlopen uit een reeks gebeurtenissen vanaf mijn vroege jeugd, waardoor ik besloot de deksel op de emmer te doen. Ik koos daarna voor een leven, een loopbaan en relaties waarin ik altijd net iets meer zorgde voor de ander dan voor mezelf. Waarin ik koos voor afstand in plaats van nabijheid. Waarin mijn relatie tot ‘nee’ zeggen en grenzen stellen kneiter-ingewikkeld werd. Immer bang voor de afwijzing. En daardoor nooit écht de verbinding aanging.
Seks gebruikte ik als bindmiddel
Begrijp me niet verkeerd, ik wil mezelf hier niet neerzetten als een slachtoffer. Ik was niet makkelijk in die relatie en in mindere mate ook niet in andere. Ik was verre van volwassen (pas sinds de quarantainetijd heb ik het idee dat ik ergens in de buurt kom van iets wat op volwassenheid lijkt…) en had nog last van liefdesverdriet van mijn onbereikbare eerste verliefdheid en gedroeg me claimerig, jaloers, bang, manipulatief en ik gebruikte sex om mannen aan me te binden. Toen ik zo rond mijn 16de had ontdekt hoe ik die kracht kon inzetten om jongens, mannen om mijn vinger te winden, gaf me dat een gevoel van macht en controle zoals ik dat nog nooit eerder had ervaren. Niet alleen om letterlijk sex met ze te hebben. Nee, om dingen voor elkaar te krijgen die ik op een andere manier niet voor elkaar kreeg. Na jarenlang als onzichtbaar, ietwat verlegen, slungelig meisje door het leven te zijn gegaan, die wel altijd voor haar mening en rechtvaardigheid durfde uit te komen. Op natuurlijke wijze de leiding nam. Dat wel. Een combinatie waarmee ik op zowel basis- en middelbare school voor langere periodes stilzwijgend was gepest en buitengesloten.
Ineens telde ik mee in het patriarchische systeem
De transformatie naar een soort Godin van de Jacht voelde als een machtsmiddel dat me wel zichtbaar maakte, me wel liet meetellen in het patriarchische systeem. Nooit had ik letterlijke sex om een baan of werk te krijgen, op dat vlak kon ik juist heel zakelijk en direct zijn. Afstandelijk. Tegelijkertijd mijn vrouwelijke charmes inzettend. Materiële zaken boeiden me niet. Het ging me om de aandacht, liefde, intimiteit, complimenten, opdrachten, werk… Ik genoot ervan. De leegte die ik na het binnenslepen van mijn prooi ervoer nam ik voor lief, dat ik telkens meer aandacht nodig had en mezelf in steeds heftiger, onveiligere situaties bracht ook. Op de een of andere manier had ik genoeg engeltjes op mijn schouder die ervoor zorgden dat het nooit echt uit de hand liep. Tenminste, dat dacht ik. Inmiddels denk ik daar anders over. Zie ik hoe zich in mijn leven subtiele vormen van misbruik, mishandeling en onderdrukking zich in vele relatievormen manifesteerden. En hoe ik dat pas kan voelen en door die traumaverwerking heen kan gaan sinds zich na lange tijd van nagenoeg celibatair leven een gezonde liefde in mijn leven binnenkwam. Tenminste, dat hoop ik dan. Want vertrouwen, daarin heb ik nog een hele lange weg te gaan.
‘Als Godin van de Jacht belandde ik
in ongezonde relaties’
In die lange periode van alleen zijn zonder intiem contact realiseerde ik me hoe ik als de Godin van de Jacht in ongezonde relaties belandde. Ik had geen idee dat mijn gedrag misschien wel net zo schadelijk was als wat alle ontrouwe, liegende, kleinerende, verslaafde, getraumatiseerde relaties, in alle verhoudingen die je je maar kunt bedenken, bij mij teweeg brachten. Misschien was het anders geweest als ik meer had geleerd over de liefde, over intimiteit, relaties, vriendschappen, de kracht van grenzen stellen en toestemming vragen, leren luisteren naar je gut feeling in plaats van je alsmaar ratelende hoofd – kort gezegd: over levenslessen, in plaats van dat ik op school alleen maar was volgestopt met theoretische kennis, ook als het op vriendschappen, relaties en seksualiteit aankwam. Misschien had ik dan gehandeld op alle momenten dat mijn intuïtie al zei dat ik ver weg moest blijven van bepaalde figuren, laat staan dat ik met mijn eerste onbetrouwbare partner een seksfilmpje had moeten maken. Of het op zijn minst terug had moeten claimen toen we uit elkaar gingen. In plaats daarvan stopte ik mijn kop in het zand, omdat ik de realiteit niet wilde aankijken. Omdat ik niet wilde voelen hoe pijnlijk het hele filmen sowieso al had ervaren, ondanks dat ik er van tevoren nieuwsgierig naar was.
‘Wish I knew back then
What I know now
Wish I could somehow
Go back in time and maybe listen to my own advice
I’d tell her to speak up, tell her to shout out
Talk a bit louder, be a bit prouder
Tell her she’s beautiful, wonderful
Everything she doesn’t see’
Little Mix – Little Me
De verknipte relatie was voer voor mijn psychose
Totdat ik een paar weken na de geboorte van mijn prachtig mooie dochter eind 2015 en niet lang daarna het overlijden van mijn liefste, grappigste, diepgaande en prettig gestoorde moeder en allermooiste, liefste, betrokken en toegewijde tante (ja, die waar mijn ex ‘zijn lans’ wel in had willen steken), in een psychose belandde. Waarin een groot deel van mijn paranoïde gedachtestromen gevoed werden door ervaringen uit die verknipte relatie. Ik had het gevoel dat mijn ex de touwtjes in handen had over mijn brein en de psychose van een afstand veroorzaakte. Dat hij me niet fysiek, maar mentaal verkrachte. In het vacuüm van leven geven aan mijn eerste dochter en hoe ik vanuit mijn baarmoeder de kracht, kennis en wijsheid aan haar overgaf die al haar voormoeders bij zich droegen, en de dood die in dezelfde periode het leven nam van de enige twee vrouwen tussen mij en mijn nog levende oma in, bracht de duisternis als een vulkaanuitbarsting aan het licht wat ik al jaren had weggestopt. Niet wetende dat ik met het wegstoppen van de gekte-verklaring over mijn moeder en de seksuele verlangens ten opzichte van mijn tante, de waan-zin over mezelf had afgeroepen.
‘Hij had me
mentaal verkracht’
Gelukkig had ik mezelf de jaren daarvoor al ondergedompeld in yoga, meditatie en mindfulness. Wat me met momenten in staat liet om als een beschouwer te kijken naar wat zich in mijn hoofd afspeelde. En had ik een heel netwerk aan vrouwen om me heen verzameld die me opvingen, in plaats van me lieten opsluiten in de geestelijke gezondheidszorg. Zodat ik in alle rust kon concluderen dat ik diverse trauma’s, waaronder die verknipte relatie, nog niet had verwerkt. Ja, ik had het ‘een plek gegeven’, maar ik was nog steeds niet door alle gevoelens van vernedering, schaamte en angst gegaan. De eerste plek waar ik dat leerde, was bij een fantastische haptonoom. Bij wie ik enkele weken na het dieptepunt van mijn psychose op eigen initiatief naartoe ging en zei dat het de eerste hulpverlener was bij ik niet het gevoel had dat ze bang voor me was. Of niet luisterde. De haptonoom was het startpunt van mijn weg naar het belichamen van mijn gevoelens. En het besef dat ik eindeloos over alles wat me was overkomen kon lullen, maar er nooit iets zou veranderen als ik de heftigheid van de opgeslagen pijn in mijn lijf niet zou voelen. Maar het was stembevrijding dat me echt opende. Dat de sleutel vormde naar mijn bestaan. Mij me mijn bestaansrecht teruggaf.
Alternatieve methodes gaven me mijn levenskracht terug
Ik zag steeds meer hoe cognitieve therapieën gericht zijn op het ‘containen’ van de pijn. Het reguleren en afzwakken van de intensiteit – de emoties en gevoelens een plek geven. De cognitieve therapeutische aanpak leerde mij te analyseren, maar niet te voelen. Het leerde me van een afstand naar de pijn te kijken, maar niet de diepte in te gaan. Echt tot de kern te komen. Laat staan dat het mij ruimte gaf om letterlijk uiting te geven aan mijn intense pijn. Dat leerde ik dus bij haptonomie en later ook stembevrijding. Deze ‘alternatieve’ methodes, waarvoor zorgverzekeraars hun neus grotendeels ophalen, zorgden ervoor dat depressieve gevoelens, gedachtes van niet hier op aarde willen zijn, niet willen of mogen bestaan, plaats maakten voor vreugde. Levenskracht.
Eén onderwerp moest ik nog aankijken: seks
En toch voelde ik mezelf nog steeds wegglippen van die kracht. Ik wist dat er nog steeds een thema was dat ik niet echt had aangekeken. Daar waar levenskracht ten diepste mee verbonden is: seksualiteit. Mijn psychose was doordrenkt met seks. Het begon met misbruik. Pedofilie. Verkrachting. Alles wat ik zag, voelde en ervoer, had een directe link met seksualiteit, op een negatieve manier. Totdat het omboog naar en een diepe wijsheid daarover. Via Tamara Beekmans van de Vrouwenkrachtacademie kwam ongeveer een jaar na mijn psychose het boek Het Vergeten Weten van Sifra Nooter op mijn pad. Het was alsof ik daarin alles las waar ik tijdens mijn psychose doorheen was gegaan. Ik volgde een yoni-workshop bij Sifra en begon me vanaf dat punt steeds meer te verdiepen in de magie en heiligheid van seksualiteit. Ondanks de jaartrainingen die zij gaf, of andere workshops die ik voorbij zag komen op het gebied van tantra en seksualiteit, voelde ik op geen enkel moment een ‘ja’. Ik voelde me nooit veilig genoeg om in een fysieke omgeving te gaan ontdekken waarmee ik mijn lichaam en geest al zo vaak had getraumatiseerd. Maar ik bleef zelf onderzoeken, ik verdiepte in mijn menstruatiecylus, de maankalender, vrouwencirkels, deed hormoontrainingen, verdiepte me in ayurveda, ademwerk, ging kickboksen, bezocht Glastonbury en las vanalles over vrouwelijke wijsheid, de tijd waarin vrouwen priesteressen waren, over hekserij, voordat de kerk alles overnam. Met alles wat ik tot mij nam kwam ik steeds meer tot de conclusie: er klopt niks, maar dan ook echt niks van de geschiedenislessen die mij op school zijn geleerd. Maar goed, ander verhaal***, verder naar seksualiteit en trainingen op dat vlak.
‘Mijn psychose was
doordrenkt met seks’
Toen de quarantaine vanwege Corona werd ingevoerd voelde ik meteen: nu of nooit. Al ruim een jaar stond een sessie bij The Yoni Empire op mijn lijstje en iets minder lang een training van Elemental Eros. Toen zij hun kennis en wijsheid online gingen delen haakte ik meteen aan. De training die Melissa Tofton van Elemental Eros gaf voelde als de missing link in mijn zoektocht naar balans. In de zoektocht naar mijn essentie. Ik was zwaar onder de indruk van de wijsheid, kracht, kwetsbaarheid, bescheidenheid en duidelijkheid die Melissa in zich had. Nog nooit heb ik me zo veilig gevoeld in een groep en onder een ‘leraar’ als bij haar. En zo voelde ik me na twintig jaar eindelijk veilig genoeg om daar naartoe te gaan wat ik al zo lang in mezelf had laten rotten. Tenminste, zo voelde het tijdens de eerste training die ik bij haar deed. De tweede online training, een leiderschapstraining, die op dit moment nog loopt, maar waar ik uit ben gestapt omdat ik me niet stevig genoeg voelde door wat er ineens allemaal bij me naar boven kwam, voelde alles behalve veilig. Met, kwam ik vorige week pas achter, 38 (!!) deelnemers die allemaal de diepte in duiken, belandde ik na een online sessie over een vrouw die over haar miskraam vertelde, wederom in diepte die ik niet had kunnen voorzien. Ik had het nodig om thuis in een kleine bedding te landen, in plaats van in een online ‘container’ waar geen controle was op de groep. Ondanks mijn pogingen om Melissa te laten weten dat het niet goed met mij ging en ik daarom uit de training stapte reageerde ze niet op mij. Terwijl ze ondertussen het ene na het andere geweldige bericht over het succes van de SOVEREIGN training op social media post. Hoe soeverein is dat…? Ik twijfel of het soeverein is om dit zo letterlijk te schrijven, maar ik doe het toch maar omdat ik niet meer om dingen heen wil draaien.
Al bodypainted eigende ik mijn naakte lichaam weer toe
Maar goed, de eerste training was dus heel mooi. Ik herkende veel uit trainingen stembevrijding, waarbij aan alles wat voelbaar is embodied uiting wordt gegeven. Dus niet lullen, maar poetsen. Dansend. Zingend. Huilend. Schreeuwend. Lachend. Schilderend. Al je zintuigen gebruikend om eruit te laten komen wat voelbaar is. Ik had al jaren de behoefte om mijn lichaam te beschilderen met verf en dat te filmen. Mezelf op een kunstzinnige manier te bodypainten. Om zo mijn lichaam weer toe te eigenen. Maar ik durfde niet. Of zag de noodzaak niet. En nu deed ik het, in deze prachtige kleine groep die Melissa neerzette, als een moederwolf die liefdevol, maar duidelijk grenzen stellend over haar roedel hoedt. Ik smeerde al luisterend naar muziek en bewegend, mijn bovenlichaam in met verf terwijl ik mezelf filmde en plaatste het in de besloten Facebookgroep. Het was mijn manier om die ervaring van controleverlies over dat ooit gemaakte filmpje te herprogrammeren. Me nog niet bewust van wat ik me pas realiseerde toen ik begon te schrijven aan dit blog: dat de echte pijn zat in de verbroken connectie met de wijsheid en kracht van de vrouwen voor mij. En dat ik dat tijdens het maken van het filmpje terugkreeg. Dat ik met deze kunstzinnige uiting van pure naaktheid mijn vrouw-zijn terugclaimde. ‘Divine alchemy’ – ‘Goddelijke Transformatie’, noemde een van de deelnemers de beelden. Vlak voordat het filmpje werd verwijderd. Binnen een paar minuten gescand door de censuurpolitie van Facebook. Als Melissa het niet zou verwijderen, dan zou de groep worden opgeheven.
‘De echte pijn
zat in de verbroken connectie
met de wijsheid en kracht
van de vrouwen
voor mij’
Er kwam een woede in mij naar boven die ik alleen maar kan omschrijven als een leeuwin die brult vanuit de diepste krochten van haar ziel. Een leeuwin die bereid is tot de dood ten strijde te trekken voor gerechtigheid. Want hoe kan het, dat we in een fucking wereld leven, waarin het internet stampvol duistere, nare beelden staat, die het daglicht niet kunnen verdragen? Waar miljoenen, misschien wel miljarden mensen dagelijks naar staren? Hoe kan het dat Facebook mijn vrijwillig gemaakte naaktvideo, eigenhandig geplaatst in een besloten Facebookgroep met duidelijke regels, binnen een paar seconden verwijdert, terwijl één klik verder het verdomde van mensenhandel verdachte Pornhub (ja, ik heb er ook met enige regelmaat naar zitten staren) volstaat met ontelbaar veel filmpjes van neukende mensen waartussen geen enkele verbinding of liefde te zien is? Waar Jan-en-alleman zijn – vast ‘heel ethisch en vrijwillig’ verkregen – amateurfilmpjes kan uploaden? Om over het Darkweb nog niet eens te beginnen…
Dat dezelfde mannen die zich voeden met deze beelden, flauwvallen tijdens de bevalling van hun eigen vrouw. Afkeer krijgen van de plek waaruit nieuw leven ontstaat. Niet kunnen kijken naar hoeveel pijn hun vrouw doorstaat om hun bloedeigen nageslacht op de wereld te zetten. Laat staan dat ze daarna nog opgewonden van haar raken. In staat zijn om liefde voor haar te voelen, in plaats van afkeer. Afkeer van haar onmetelijke oerkracht. Afkeer van haar vermogen tot het creëren van leven, liefde en oneindigheid. Dat de vrouwen die zich voeden met deze beelden niet meer in staat zijn om zich te verbinden met hun eigen lichaam, hun pure zelf, hun gevoel, hun huid, maar alleen maar opgewonden kunnen raken vanuit (onderdrukte en irreële) fantasieën in plaats van letterlijke aanraking. Niet echt aanwezig zijn in hun lijf als ze sex hebben. Waardoor mannen het gevoel krijgen alsof ze met een lege huls sex hebben. Wanneer wordt dit allemaal gewoon godverdomme eens een serieus onderwerp in de media? In plaats van het debiele interview waaraan Matthijs van Nieuwkerk documentairemaakster Lize Korpershoek aan onderwierp. Die zich onwijs kwetsbaar opstelde over haar documentaire ‘Mijn seks is stuk’ en werd gezien alsof er iets mis was met haar, terwijl wat zij deelt schering en inslag is onder vrouwen.
Hoe dan? Hoe kan dat?
Steeds dieper zakte ik in die woede. In dat ongeloof. Ongeloof over waarom we opgroeien met de ene agressieve actiefilm na de andere, waarin mensen elkaar doodschieten, neersteken, schoppen en slaan? Vermoorden. Leven nemen. Beelden, verhalen en systemen waarin geweld wordt verheerlijkt en aanwezig is in alle gelederen van onze maatschappij. Want het zijn niet alleen beelden, het is de dagelijkse realiteit voor veel mensen op de aarde waar de economie draait op het voeren van oorlogen. Iets met pensioenfondsen en banken die investeren in wapenhandel. Enzo. Bovengrondse oorlogen, gecreëerd door overheden die hun onenigheden over geld en religie (wat feitelijk ook om geld gaat) met geweld oplossen en ondergrondse ‘criminele’ oorlogen, van mensen die in deze verknipte maatschappij kiezen voor de weg van de duisternis.
Wie zijn de echte criminelen in deze maatschappij?
Maar wie zijn de echte criminelen? Mensen die tussen wal en schip vallen in deze groeigedreven (kennis)maatschappij, waarin ze koste wat kost proberen te overleven? Of de stinkend rijke witteboordcriminelen die op slinkse manieren onder allerlei jurisprudentie en regelgeving uit proberen te komen om zo hun macht en rijkdom nog groter te maken? En ondertussen buiten het zicht hun zaakjes via de onderwereld oplossen.
En hoe kan het dat de kerk letterlijk honderden jaren, zo niet duizenden, kinderen – jongens, meisjes, vrouwen, mannen, mensen en daarmee dus de hele fucking mensheid heeft misbruikt en onderdrukt en nog steeds bestaat? Elk ‘ondergronds’ instituut dat zich met zoveel kwaad en verderf zou bezighouden, zou direct ontmanteld zijn. Toch…? Want wie zegt mij dat het klaar is? Wie kan mij bewijzen dat het alleen nog maar licht en liefde is daar in de ondergrondse gangenstelsels van Het Vaticaan en alle daaraan gelieerde zichtbare en onzichtbare instanties en mensen?
En hoe kan het, op een wat beter behapbaar niveau, dat muziekvideo’s en -teksten die vol zitten met halfnaakte vrouwen die zichzelf tegen met geld wapperende mannen aanschuren, de grootste hits worden? Hoe kan het dat precies die muziek pubers en jonge adolescenten aantrekt, de periode waarin zij hun seksualiteit gaan ontdekken? Ik weet er alles van, want ik ging in 1846 (ja, ik ben best oud) elke weekend los op deze. En deze. O ja en deze vriendelijke man ook nog natuurlijk.
Vragen waar ik mijn kinderen nooit, maar dan ook nooit een bevredigend antwoord op kan geven. Vragen die nooit iemand lijkt te stellen.
Maar ik ben er klaar mee. Ik stel ze wel. Op mijn eigen, ongecensureerde website.
Of er ooit antwoorden komen doet er niet toe. Dan heb ik de vragen in ieder geval gesteld. Ik gooi ze letterlijk het universum in. Zodat ik mezelf dat in ieder geval niet kwalijk kan nemen.
De waarheid komt altijd boven tafel. Hoe dan ook. Als de tijd rijp is. En als de juiste vragen op de juiste manier worden worden gesteld. Nu ik ze durf te stellen, de openbaarheid in durf te gooien kan ik tenminste verder met de Jankfabriek.
Dan nog een stap verder
de diepte in:
kinderpornografie
Maar ik ben nog niet klaar, trek je het nog? Blijf je lezen? Of haak je af? Ik heb een half boek geschreven. Maar het moest in één keer eruit deze brei. Ik moet nu denken aan het verhaal van Persephone, die godin die elk jaar de onderwereld in duikt om de cyclus van leven en dood te ervaren en vervolgens te transformeren tot een nieuwe staat van zijn, maar goed, dat is een ander verhaal***…
Focus Anouk, focus. Oké, daar gaan we. Hoe kan het dat deze speech over kinderpornografie van actrice Blake Lively al twee jaar (!!) openbaar is, waarin ze deelt dat politie-agenten weten en zien dat er pedofilienetwerken zijn waarin zuigelingen seksueel worden misbruikt terwijl ze nog met de navelstreng aan hun moeder zijn verbonden, maar we daar ‘bovengronds’ niet op reageren? En dat onderwerp op geen enkele – openbare – politieke agenda staat? Dat we daarover niks weten. Niks VOELEN. Ze zegt het letterlijk: SEKSUEEL MISBRUIK GEBEURT BIJ ZUIGELINGEN DIE NOG MET DE NAVELSTRENG ZIJN VERBONDEN AAN HUN MOEDER. DIT IS ECHT. DIT GEBEURT. Of deze dan: een oncologisch kinderarts die honderden patiënten misbruikte en op de vraag hoeveel het er precies waren antwoordde: ‘Hoeveel sneeuwvlokken zijn er in de lucht?’ EEN ONCOLOGISCH KINDERARTS!! For God Sake! Hoe dan is dit geen WERELDNIEUWS???
Hoe dan? Waarom staan politici niet te huilen bij dit soort verhalen? Waarom stort niemand schreeuwend ter aarde om dit soort walgelijkheid? Waarom zitten we hier stilletjes en apathisch naar te luisteren en houden we ons ondertussen bezig met onzinnig geneuzel over snelheidsregels op de snelweg, ik-wil-nog-vanalles-bedenken-maar-het-lukt-niet-OMDAT-HET-ALLEMAAL-ZO-IN-HET-NIET-VALT-BIJ-DEZE-AFSCHRIKWEKKENDE-GROOTSHEID.
‘The truth will set you free.
But first it will piss you off.’
– Gloria Steinem
Lukt het nog om adem te halen?
De mijne was even gestokt.
Maar we gaan door…
Want er is nog een onderwerp waarbij we niks lijken te voelen. Waarbij we als een stel uit-het-veld-geslagen hertjes in de koplampen staan te staren zonder dat we collectief toegeven dat het zo niet langer kan. Dat het echt moet ophouden. Racisme. Wat ook in het filmpje waarin George Floyd het leven laat doet niemand iets. Ja, filmen. Maar niemand grijpt in. We kijken alleen maar. We aanschouwen, accepteren en laten het gebeuren. Hoe dan? Hoe dan?? Waarom gaan we niet staan voor elkaar? Waarom vergelijken we onszelf met de ander, zien we alleen de verschillen, in plaats van dat we elkaars handen stevig vast pakken en in opstand durven te komen tegen de zogenaamde ‘dienders’ die deze verdeeldheid tussen gelijken veroorzaken?
Waarom is dat?
Waarom?
Waarom kunnen we niet verbinden?
WAAROM VOELEN WE VERDOMME ALLEMAAL NIKS???
Want ik kan het niet meer. Ik kan niet meer niet-voelen. Ik heb het een tijdje geprobeerd, maar het lukte niet. Het laat me telkens weer als Persephone naar beneden spiralen, zonder dat ik invloed heb op de diepte, de angsten, de pijn en de disconnectie van mezelf en de buitenwereld. Wat zou het een verademing zijn als IEDEREEN zou leren voelen, zodat we de pijn van al deze nare onderwerpen kunnen delen, zodat al die zogenaamd psychisch kwetsbare, of in een andere tijd ‘gekke’ en ‘waanzinnige’ mensen, niet al dat voelen hoeven te dragen? Voor de hele fucking wereld?
Waarom begint een psychose
bij vrouwen altijd
met gevoelens van kindermisbruik?
Want waarom begint bij elke vrouw die een psychose heeft doorgemaakt, die ik het afgelopen jaar heb gesproken, met de angst voor kindermisbruik? Iedereen die ik het afgelopen jaar sprak voor de research van mijn psychotische podcast vertelde dat het daarmee begon. Allemaal. Ze VOELEN het. Allemaal. Tot in het diepst van hun vezels. In hun baarmoeder. In hun yoni. In hun vagina. Als een monster sluipt het naar binnen.
Waarom?
Dat antwoord kan ik inmiddels wel geven.
Omdat het waar is.
Omdat het de waarheid is.
Omdat het GEVOEL waar is.
Niet per se in het denkbeeld waarin het zich in het hoofd van de vrouwen met een psychose ontvouwt, in hoe het hoofd, de ratio, letterlijk vorm wil geven aan en controle wil krijgen over wat er te voelen is, maar wel dat het letterlijke bestaan van dit soort praktijken waar is. Dat dit soort donkere energieën en praktijken in de wereld bestaan. En hoe er hoogstwaarschijnlijk in al onze families wel vormen van misbruik terug te vinden zijn.
En hoe we dat meestal niet ZIEN, maar wel VOELEN als niet alleen ons kind, maar ook de moeder in ons wordt geboren. Omdat we dan ineens de wereld zien zoals die is. Voelen hoe de wereld is. Hoe overweldigend. Vol gevaren. Wat voor ziekelijke zooi er allemaal in gebeurt. En het in die wetenschap totaal niet raar is als je als moeder depressief wordt, of je kind zelfs om het leven wil brengen, verstoppen in een doos, een prullenbak, wherever. Omdat alles. Alles beter is, zelfs de zelfgekozen dood, dan het uit jezelf voortgekomen nageslacht te laten opgroeien in die wereld waarin deze monsters op de loer liggen. Wolvenmoeders brengen ook hun eigen kroost om het leven als ze geen kans hebben op overleving.
‘Kunnen we samen de shit aankijken
en erom janken?’
En als we dat weten. Als we dat zien. Kunnen we dan samen, met zijn allen, collectief de shit in de wereld aankijken, erom huilen, janken, schreeuwen en jammeren, om vervolgens samen te transformeren naar een betere wereld? Zoals de lotusbloem groeit uit de modder, de poep, de shit?
Kunnen we dat afspreken?
Alsjeblieft?
Zodat ik in dit leven mijn kinderen antwoord kan geven op de vragen en volgens kan zeggen: dat hebben we gedaan, maar het was teveel. Het was te erg. En we wisten niet hoe we ermee om moesten gaan, want niemand had het ons geleerd. Omdat we het waren vergeten. Omdat we met de vrouwelijke wijsheid onze zachtheid hadden verbrand. Onze liefde voor magie. Onze liefde voor onszelf. Onze liefde voor onze oorsprong. Maar nu herinneren we het ons weer, we zien het en we leren het. Net zoals jij leert hoe je niet meer met spullen door de kamer gooit als je boos wordt. Of je zusje manipuleert om haar zin te krijgen. En ik leer hoe ik vervolgens niet ook door het dak schiet van frustratie en onmacht.
Want dat is waar het allemaal zou moeten beginnen. Thuis.
Van binnen. Naar buiten.
Een betere wereld begint echt bij jezelf.
Oké.
Ik ben klaar nu.
Ik kan weer uitademen.
Door naar de afronding.
Er was eens, een dansvideo. O ja. Dus. Dat.
Bizarre overgang dit.
Ja, zo werkt mijn hoofd.
Wen er maar aan.
Als je vaker blogs wil lezen die ergens over gaan.
Ik had niet voor niks zo’n uitgebreide nieuwe, next level website nodig.
Hij fungeerde alleen het eerste jaar als een cocon waarin ik nog flink wat worstelingen moest doorstaan om nu zelfstandig en vol vertrouwen uit te kunnen vliegen…
Dus. Eefje de Visser. De pijn niet aankijken.
https://www.youtube.com/watch?v=RxWgnPK-0Bg&feature=youtu.be
Mijn dansvideo op Eefje de Visser gaat van kwetsbaar en puur naar intens verdriet, frustratie, passie en beweging, naar woedende oerkracht. Kijk nu eens naar het filmpje dat bij zoveel mensen weerstand oproept, waarin ik mijn pijn de ruimte geef. In de veilige omgeving van mijn eigen huis. Zonder dat ik mezelf of iemand anders daarmee pijn doe. Kwets of veroordeel. Wetende wat ik in me draag aan pijnlijke ervaringen. Wetende wat jij zelf in je draagt aan pijnlijke ervaringen. Wetende wat de mensheid meedraagt aan trauma en pijn.
En vertel me dan of je nog steeds niet kunt kijken naar wat ik laat zien. Naar wat ik geluid geef. Of je ervan wil wegkijken. Of durf je te kijken en te zien, toe te geven wat er grandioos mis is in de wereld.
Of je niet net als ik de waarheid wil weten.
De waarheid wil leven.
Jouw waarheid wil leven.
Want DAT. Dat is waar stembevrijding over gaat.
En ik wil me letterlijk dienstbaar opstellen om te voorkomen dat jonge meisjes zoals ik… Wat zeg ik? Te helpen voorkomen dat jonge, creatieve, krachtige, sensuele, empathische, liefdevolle, MENSEN, veranderen in niet-voelende automatische piloten die collectief hun eigen ondergang tegemoet rennen. Omdat ze niks meer voelen. Omdat ze door niet te voelen hun grenzen niet kunnen aangeven. Mensen helpen met het terugvinden van hun innerlijke kracht, hun weten, hun gevoelsleven. Ongeacht hoe oud ze in letterlijke leeftijd zijn. Je bent nooit te oud om terug te komen bij je innerlijke Pippi Langkous.
Dan ga ik nu even uitzoeken hoe ik mezelf kan uitschrijven bij de katholieke kerk.
It was about freakin’ time.
‘Het lukt me niet
om van de psychotische podcast
ethisch verantwoorde kaas te maken’
Om vervolgens na anderhalf jaar te stoppen met de research voor mijn psychotische podcast.
Want het gaat te diep.
Ik kan het ethisch niet naar mijn omgeving verantwoorden om de inhoud van mijn psychose over te brengen in een openbare, journalistieke productie. Niet nu.
Het raakt teveel persoonlijke en maatschappelijke lagen die teveel invloed hebben op mijzelf en mijn omgeving.
Alle eerste opnames liggen er. Mijn hoofd zit nog steeds vol met mooie ideeën over hoe het zou kunnen klinken.
Misschien dat ik het op een dag wel kan.
Maar nu nog niet.
Bovendien kan ik de psychotische podcast niet alleen maken.
Want het is te groot om alleen te dragen.
Veel te groot.
Ik spiraal teveel neerwaarts van alle research in mijn eigen brein en omgeving.
Mocht er iemand zijn die in al mijn opnames wil duiken om er samen een ethisch verantwoorde kaas van te maken: wees welkom. Ik sta ervoor open.
Tot die tijd kies ik voor het licht. Zoals ik in de diepte van mijn psychoses ook voor elkaar kreeg. Midden in de donkere wintermaanden staarde ik vanuit de woning waarin ik herstelde letterlijk naar de smalste stralen zonlicht die tegen de gevels van de huizen in de buurt vielen. Of op de kale takken van de lange rij eikenbomen waarmee de straat vol stond. Ik kon de stemmen van mijn moeder en tante nog horen in mijn hoofd. Dat ze tegen me zeiden dat ik moest kiezen om naar het licht te kijken, in plaats van de duisternis. Het leidde ertoe dat ik ervoor koos om alleen nog maar dingen te doen waar ik blij van werd. Zingen, tekenen, schrijven, dichten, dansen…
‘Ik staarde in mijn psychose
naar de zonnestralen
op de gevels van de huizen
aan de overkant van de straat.
Om het licht te blijven zien.
In plaats van opgeslokt te worden
door de duisternis’
Inmiddels lukt het me niet meer zo goed om te horen hoe hun stemmen klonken. Van mijn moeder en mijn tante. Maar ze zitten in mij. Hun ziel, hun zijn, hun bestaan. De oneerlijkheid van hun vroege vertrek van de aardbodem. En dat zal nooit veranderen.
Om af te sluiten nog even een terugblik naar de ex van wie ik het gevoel heb dat hij invloed heeft op de inhoud van mijn psychoses. Een van de belangrijkste ervaringen met hem was een reis naar Indonesië, waar zijn familie in de Nederlands-Indië tijd had gewoond. Het was de eerste keer dat hij met zijn ouders daarheen ging en ik ging mee als aanhang. Ik was 19 had nog nooit gevlogen. Was nog nooit buiten Europa geweest en huilde voor vertrek op Schiphol al alles bij elkaar omdat ik overspoeld werd door een gevoel van heimwee. Eenmaal aangekomen na de lange reis maakte een cultuurshock zich van mij meester en beleefde ik de hele reis vanuit angst. Het manifesteerde zich tussen mij en de rest van de familie. Ik verpeste met mijn gedrag, waarop ik geen invloed leek te hebben, hun weerzien met het land. Maar ook leek de hele Nederland-Indië-verhouding zich in mij als hoogsensitieveling te manifesteren. Ik moest tassen en beautycases van mijn schoonmoeder dragen, ik walgde van hoe we ons als white privilege met privéchauffeur door het land heen bewogen. Ik huilde de hele reis van binnen, hoe we het land hadden leeggehaald, opgegeten en achtergelaten om het verder zelf maar weer uit te zoeken. Zoals we met zoveel landen hebben gedaan. Toen ik halverwege de reis overwoog om terug naar Nederland te gaan zei de ex in kwestie tegen me dat hij dat niet wilde, want dan zou ik hem alleen achterlaten. ‘Als je teruggaat naar Nederland maak ik het uit’, waren zijn woorden zo ongeveer.
Ik bleef.
Uit angst hem te verliezen.
In plaats van dat ik ging staan.
Uit zelfrespect.
Voor mijn vrijheid.
Liever bleef ik in de verknipte relatie dan dat ik alleen verder ging.
‘Je bent goed zoals je bent’, zei mijn moeder tegen me, vlak voordat ik na de reis op de trein stapte om een gesprek aan te gaan met zijn familie om mijn excuses aan te bieden. Een jaar later zette ik alsnog een punt achter de relatie, toen hij tijdens een vakantie met iemand anders lichaamssappen stond uit te wisselen terwijl ik 500 meter verderop op de camping zat.
Nee, ik ben niet anti-vreemdgaan. Ik heb ook wel eens iemand besodemieterd.
Maar ik biechtte het wel eerlijk op. Omdat ik mezelf en de ander ander niet meer in de spiegel kon aankijken. Omdat ik anti-bullshit ben. Anti-leugens. Anti-kontendraaien. Maar het lijkt wel alsof de hele wereld waarin ik me begeef het tegenovergestelde propageert. Dat het niet eerlijkheid is die het langste duurt, maar leugens. Al eeuwen-, eeuwen- en eeuwenlang.
Vertrouw je mij?
Voordat mijn ex met de vrouw naar het strand ging hadden we een gesprek over vertrouwen. Over eerlijk zijn. Dat ik hem nooit vertrouwde en hij daar gek van werd. ‘Oké zei ik. Ik vertrouw je.’ En ik meende het. Een paar maanden later kwam de mail met al zijn bekentenissen over vreemdgaan.
Kennelijk is het beeld van de waarheid angstiger.
Maak ik mezelf liever wijs dat iemand te vertrouwen is, dan dat ik handel naar mijn intuïtie.
En dat lijk ik keer op keer, op keer, op keer te doen.
Dat ik anderen meer respecteer dan mezelf.
Dat ik liever een onderdanige rol aanneem dan dat ik ga staan voor mijn waarheid.
In liefdesrelaties, in vriendschappen, in familiesystemen, met collega’s, buren, juffen en leidsters van mijn kinderen op scholen en kinderdagverblijven… Liever bied ik duizendmaal mijn excuses aan voor de waarheid die ik heb gesproken, en kus ik de voeten van de mensen die me naar beneden trappen, achter mijn rug om praten en me respectloos behandelen, dan dat ik ga staan waarvoor ik leef.
Ik neem liever
een onderdanige rol aan
dan dat ik ga staan
voor mijn waarheid
En daar ben ik klaar mee.
Ik stop met zwijgen.
Ik start met praten.
Praten over de waarheid die zich bij mij, als een kanaal, een medium, een channeler, of whatever je het ook noemen wil, mijn part een fakking hoogsensitieve radiofrequentie, naar binnen penetreert. Over hele, hele, hele duistere zaken.
En wat betreft die ex?
Behalve in mijn psychoses heb ik hem nooit meer gezien.
Als ik hem nu zou tegenkomen zou ik voor hem buigen en huilen.
Heel veel tranen.
Omdat ik zie dat ook hij maar gewoon een heftig verleden met zich meedraagt. Oorlogswonden. Van generatie op generatie overgedragen. Tranen om wat we elkaar in die relatie hebben aangedaan. Tranen om de pijn, de boosheid en de angst te laten smelten. Zodat ik kan ontdooien uit mijn staat van bevriezing. Kan zijn wie ik ten diepste ben.
De kunstenaar, de zangeres, de liedjesschrijver, de tekenaar, de dichter, de kok, de heks, de rebel, de liefdevolle oermoeder, de waarheidszoeker. Maar dan liever eerst in mijzelf, in plaats van in de hele wereld.
Mijn stem is bevrijd.
Voor vandaag.
Wie volgt?
https://www.youtube.com/watch?v=-cHpwX7COLs
‘You gotta speak up, you gotta shout out
And know that right here, right now
You can be beautiful, wonderful
Anything you wanna be
Little me’*
Little Mix – Little Me
*) Ik vermeld tekst uit het nummer Little Me van Little Mix omdat zangeres Jesy Nelson in de documentaire Odd One Out vertelt over hoe ze online werd gepest en daardoor suïcidaal werd.
***) Citaat uit het boek Het Oneindige Verhaal, waarin de inleiding van een nieuw hoofdstuk diverse keren eindigt met een korte blik naar een ‘ander verhaal’, waarop de verteller besluit daarover niet verder uit te wijden. Daarmee benadrukt de schrijver dat er altijd verhalen of plekken zijn die niet aan het licht zullen komen. Omdat in de oneindigheid nooit alles kan worden ontdekt.
Weg social media: Hallo nieuwsbrief!
‘Mijn laatste woorden’ is een opmaat naar mijn afscheid van een aantal social media. Wel blijf ik actief op Spotify en ga ik me verdiepen in het delen van mijn werk op Pinterest. Ik weiger mezelf nog te uiten binnen kanalen waar in mijn ogen hypocriete censuur wordt toegepast. Bovendien ben ik niet de enige in mijn omgeving die de afgelopen tijd wordt gecensureerd vanwege het delen van ‘zijn’ of ‘haar waarheid’. En dus verkondig ik binnenkort alleen nog maar ‘mijn waarheid’ via mijn eigen kanalen en de broodnodige plekken om media te delen zoals YouTube.
Anyway, wil je op de hoogte blijven van mijn hersenspinsels, workshops en andere projecten? Nieuwe producten in de webshop? Schrijf je dan hier in voor de nieuwsbrief.