Woest kijkt ze me aan, mijn 6-jarige dochter. Haar ogen spuwen vuur naar me. ‘Mama, ik ben nooit een baby geweest!!’, schreeuwt ze. Haar opmerking breekt de boosheid die inmiddels al een half uur tussen haar en mij rondraast nadat ik ‘nee’ tegen haar heb gezegd.
‘Nee’ tegen logeren bij een vriendinnetje, omdat ze al twee dagen doodmoe is en na de vorige logeerpartij de volgende dag niets meer kon van vermoeidheid. Ze gaat er letterlijk van in de gordijnen hangen, zo boos is ze op mijn ‘nee’. Opzettelijk en aangekondigd spullen stuk maken, ermee gooien. Zelfs haar tien weken jonge zusje hard in haar vingers willen knijpen. Mij uitdagend aankijken terwijl ze haar eigen hand om haar mini vingertjes klemt.
Waarom ben ik de spelbreker
Ik blijf rustig, maar vraag me van binnen af of ik niet toch moet toegeven. Of ik niet had moeten instemmen met dit leuke plan met haar vriendinnen, waarom ik toch die vervelende moeder moet uithangen, de spelbreker, door roet in het eten van die plannen te gooien. Na een half uur razernij om mij heen, kan ik mijn eigen boosheid ook niet meer temmen, kan ik niet meer zowel haar space als de mijne houden. Ik pak haar stevig beet bij haar armen, kijk haar aan met mijn vuurspuwende ogen en roep dat ze moet stoppen met dit gedrag.
‘Ik was je kwijt’, snotter ik’
En dan komt die opmerking. Uit het niets. ‘Ik ben nooit een baby geweest!’ De wapens vallen direct uit onze handen. Ik sta op en zeg dat ik met onze logeerhond ga wandelen, vraag haar mee, maar ze wil niet. Als ik terugkom is ze weg. Ik zoek haar op de vaste plekken, maar nergens te vinden. Dan hoor ik haar roepen, iets verderop bij de ingang van het bos. Ik loop op haar af, roep haar naam en dan rennen we op elkaar af. Huilend. ‘Ik was je de hele tijd aan het roepen mama, ik wilde toch meewandelen’, brengt ze snikkend uit. ‘Ik was je kwijt’, snotter ik.
Ik vertel haar dat ik ziek was
Even later zitten we met zijn tweeën aan de eettafel en vraag haar wat ze bedoelde met die opmerking. ‘Ik weet het niet, het floepte er zomaar vanzelf uit’, is haar antwoord. En dan vertel ik, dat ik ziek was toen zij een baby was. Dat ik haar tot zes weken borstvoeding heb gegeven en plotseling moest stoppen omdat het niet goed met mij ging. ‘En je was zo goed in het drinken aan de borst, je kon het meteen, we waren echt een team samen.’ De tranen lopen over mijn wangen terwijl ik het vertel. ‘Moest papa toen alles doen?’, vraagt ze. ‘Ja’, antwoord ik, ‘pappa moest heel veel doen en vriendinnen kwamen voor jou zorgen. Elke nacht kwam iemand logeren en dan gaven ze jou de fles terwijl jij naast ze sliep op zolder. Weer zitten we allebei te huilen.
‘Ik denk dat ik jou
toen wel heb gemist’
‘Ik denk dat ik jou toen wel heb gemist’, zegt ze en ik beaam dat. ‘Maar ik denk ook dat je je heel geliefd hebt gevoeld, want er waren heel veel lieve mensen die voor jou hebben gezorgd, ook al kon ik dat toen een tijdje niet.’ Ze is even stil en glimlacht dan. ‘Ja, dat kan ik voelen, dat dat zo is.’ Ik zeg haar dat ik dat bijzonder vind en vraag haar hoe ze dat heeft gedaan, die tijd goed doorkomen. ‘Gewoon, ik voelde dat ik dat even moest. En dus kon ik het.’
En zo zitten we daar samen. De rust wedergekeerd. Uiteindelijk dankbaar voor de ‘nee’ die ik had uitgesproken en waaraan ik had vastgehouden. Voor de ruimte die daardoor ontstond voor dit verhaal, dit delen, deze opening, deze zachtheid. En de grootsheid, de waarheid van haar woorden. Hoe we allemaal dat gevoel in ons hebben. Dat er momenten waren dat we geen baby, geen kind konden zijn.
‘Wat voor ziekte had je eigenlijk mamma?’
‘Ze noemen het psychose.’
‘Wat een raar woord.’
CrazyWise Conference 2022
Op donderdag 7 juli vindt de 7de CrazyWise Conferentie plaats in Amsterdam. CrazyWise is een jaarlijkse conferentie waar aandacht is voor de diepere betekenis en kracht van psychose. Kaarten en info vind je hier.